Gele kwikstaart
Gele kwikstaarten hebben een voorkeur voor open landbouwgebieden. Ze wippen de staart regelmatig met felle schokkende bewegingen op en neer.
‘Gele kwikken’ hebben een onstuimige balts, met trillende veren fladdert het mannetje boven het vrouwtje of loopt steeds rondjes om haar heen.
Ze eten vooral spinnen en insecten, vooral kevers, vliegen, muggen, wantsen en cicaden. Lopend en rennend, afgewisseld met een sprint-vluchtje, zitten ze hun voedsel achterna. De gele Kwikstaart kwam voor de jaren ’80 vooral broeden in vochtige graslanden. Door o.a. het draineren van de weilanden, samen met vervroegd maaien, verdween de soort nagenoeg volledig uit deze habitat. Gele kwikstaarten pasten zich in eerste instantie goed aan en kwamen in hoge aantallen broeden in de intensieve open akkergebieden van o.a. Oost- en West-Vlaanderen. De akkergebieden op droge zandgronden, waar vaak tot de teelt van maïs overgegaan werd, liet hij daarbij links liggen. De dalende trend van de laatste decennia kan wellicht toegeschreven worden aan de nog steeds verdere intensivering van die akkerbouw.
De laatste foto is een "grote gele kwikstaart", zodat je de kenmerken weet tussen deze twee. Eén: de kleur van de rug, bij de 'gewone' gele kwikstaart is deze groen, terwijl die van de grote gele kwikstaart grijs is. Tweede kenmerk: de poten van de 'gewone' zijn zwart, terwijl die van de 'grote' bruin zijn.
#nikond500 #tamron150600g2 #zeebrugge