Ooievaar

Deze ooievaars zijn bezig hun 2 jongen groot te brengen, pas als de jongen zichzelf warm kunnen houden kunnen beide oudervogels van het nest en op zoek naar eten. Jonge ooievaars moeten meteen zelf kunnen eten want ze worden niet in de snavel gevoerd. De ouders verzamelen eten, bewaren dat in hun krop en braken het uit in het nest. De jongen kunnen het dan pakken.

Elke dag leren de kleintjes een beetje meer. Op een gegeven moment kunnen ze al even opstijgen van het nest, dit wordt het klapwieken genoemd. Daarna volgen een paar onbeholpen luchtsprongetjes. Ooievaars kunnen het vliegen namelijk alleen tijdens de vlucht leren. Zo breiden ze langzaam hun vliegkunsten uit, totdat ze fit genoeg zijn om de enorme afstand naar Afrika af te leggen waar ze overwinteren.

Tijdens de trek vermijden ooievaars grote wateroppervlakten. Dit doen ze omdat er overdag geen thermiek boven het water is, ooievaars maken gebruik van deze thermiek om tijdens hun lange tocht zoveel mogelijk te zweven om energie te besparen. Ze wachten meestal tot de grond voldoende is opgewarmd en er thermiekbellen ontstaan, vooraleer ze opstijgen.

Bij gunstige weersomstandigheden, kunnen ooievaars 7 tot 8 uur vliegen per dag. Zo kunnen ze een maximale afstand van 500 kilometer afleggen. In de vlucht is hij wel te verwarren met kraanvogels of zwarte ooievaars. Als je echter beter kijkt is de ooievaar te herkennen aan zijn gestrekte hals, brede vleugels en poten die buiten de staart hangen.

#nikond850 #sigma500mm #zwinnatuurpark