De draaihals is een bijzondere vogel die vaak over het hoofd wordt gezien vanwege zijn schuwe gedrag en zijn onopvallende uiterlijk. Het is een lid van de spechtenfamilie, maar hij wordt niet zo vaak geassocieerd met de typische spechten die we kennen, zoals de groene of de grote bonte specht. De draaihals is een vrij kleine vogel, ongeveer 20 tot 22 cm lang, met een opvallend geschaald patroon op de rug en de vleugels. De bovenkant van zijn lichaam is grijsachtig bruin, met een gevlekt of gestreept patroon dat het hem helpt zich goed te camoufleren in de bomen en op de grond. De onderkant is lichter van kleur, met een lichte buik en wat vlekken op de borst.
Een van de opvallendste kenmerken van de draaihals is zijn draaiende nek. De vogel heeft een uitzonderlijk flexibele nek, die hij kan draaien om 180 graden, wat hem zijn naam geeft. Dit is een van de redenen waarom de draaihals zo bekend is: zijn nek kan in een opmerkelijke hoek draaien, wat hem een unieke uitstraling geeft. Dit vermogen helpt hem om zijn omgeving goed te observeren zonder veel te bewegen.
De draaihals heeft een rustige en verlegen aard en is moeilijk te spotten. Hij leeft vaak in bossen met open plekken of in gebieden met struikgewas. Hij wordt vaak waargenomen op de grond, waar hij op zoek is naar insecten. Hij komt echter niet vaak in de open ruimte en heeft de neiging zich goed te verbergen in de begroeiing.
De draaihals voedt zich voornamelijk met insecten, waaronder mieren, termieten, kevers, vlinders, en andere kleine ongewervelden die hij op de grond en op boomstammen vindt. Hij gebruikt zijn scherpe snavel om de schors te doorboren en insecten te extraheren.
Het voedsel wordt vaak gezocht op de grond, waar hij zijn snavel in de aarde of tussen het gras steekt om kleine ongewervelden te vinden. Hij gebruikt zijn sterke voeten en scherpe klauwen om zich goed vast te houden aan de bodem en zich een weg te banen door de begroeiing.
Draaihalsen geven de voorkeur aan gematigde bossen, bosschages en open bossen, maar ook gebieden met een gevarieerde vegetatie, zoals graslanden en struikgewas. Ze worden vaak gezien op de bosranden, in parken of in landelijke gebieden met voldoende bomen.
In tegenstelling tot veel andere spechten, maakt de draaihals geen echte holen in bomen. In plaats daarvan nestelt hij in natuurlijke holtes, zoals scheuren of oude nesten van andere vogels. Dit maakt het voor hem minder afhankelijk van het maken van een eigen nest, in tegenstelling tot veel andere leden van de spechtenfamilie.
Het broedseizoen van de draaihals begint meestal in de lente. Het vrouwtje legt 5 tot 6 eieren in het nest, die na ongeveer 14 dagen uitkomen. Beide ouders broeden de eieren uit en voeden de jongen na het uitkomen. De jongen blijven meestal 20 tot 25 dagen in het nest voordat ze het verlaten.
De draaihals is geen luidruchtige vogel, maar maakt wel een aantal interessante geluiden. Hij heeft een soort van "jankend" of "klagend" geluid, wat wordt gebruikt als communicatie tussen partners of om de aanwezigheid van een andere draaihals aan te geven. In de lente kan hij ook een ritmisch geluid maken, dat meer op een trommelen lijkt. Dit is vergelijkbaar met het geluid dat andere spechten maken.
Als de draaihals zich bedreigd voelt, kan hij zijn kop en nek draaien, waardoor hij de illusie wekt dat hij een ander dier is. Dit helpt hem om onopgemerkt te blijven en zich te camoufleren voor roofdieren. Hij kan ook ineenkrimpen en immobiel blijven zitten om zich te verbergen.
De draaihals is een migrerende vogel. In de winter trekt hij van Europa naar Afrika, meestal naar het zuiden van het continent, maar ook naar andere warme gebieden zoals het Midden-Oosten. Hij keert in het voorjaar terug naar zijn broedgebieden.
De migratie van de draaihals gebeurt vaak in de nacht, en het is een van de kleinere vogelsoorten die de lange reis maken. De trek kan duizenden kilometers beslaan, afhankelijk van de locatie van de vogel.
Net als veel andere vogelsoorten, heeft de draaihals te maken met het verlies van zijn leefgebied door menselijke activiteiten, zoals ontbossing en intensieve landbouw. Verlies van geschikte broedplaatsen en het verminderen van de insectenpopulaties vormen een bedreiging voor de vogel.
De draaihals komt in sommige delen van Europa minder vaak voor. De vogel is kwetsbaar in bepaalde gebieden door het verlies van oude bossen of het gebrek aan geschikte nestingplekken. De draaihals wordt in veel landen als 'niet bedreigd' beschouwd, maar zijn populaties zijn de laatste decennia wel afgenomen in sommige regio's. Dit heeft vaak te maken met veranderingen in het landschap, zoals het verdwijnen van traditionele bossen en het gebruik van pesticiden die de insectenpopulatie aantasten. In België en Nederland wordt de draaihals bijvoorbeeld als een "kwetsbare" soort gezien, hoewel er inspanningen worden gedaan om zijn leefgebied te beschermen en te herstellen.
De draaihals heeft een opmerkelijke camouflage, die hem helpt onopgemerkt te blijven. Zijn bruin-gegraaide veren passen perfect bij de schors en het gras waarin hij vaak verblijft.
Samenvattend is de draaihals een intrigerende vogel die zich aanpast aan zijn omgeving door zijn vermogen om zich goed te camoufleren en zijn hals te draaien. Hoewel niet veel mensen de draaihals kennen, is hij een belangrijk onderdeel van het ecosysteem, vooral in bosachtige gebieden, waar hij de insectenpopulatie in toom houdt. Het behoud van zijn leefgebied is essentieel om ervoor te zorgen dat deze bijzondere vogelsoort blijft voortbestaan.