De bonte strandloper is een kleine steltloper, met een lengte van 17 tot 21 centimeter. Dit is ongeveer zo groot als een spreeuw. Bonte strandlopers zie je vooral langs de kust op modderige, slijkige plekken. In België kun je deze vogel bijna het hele jaar door zien, broeden doen ze hier zelden/nooit, dat doen ze voornamelijk in Scandinavië. In het zomerkleed heeft de bonte strandloper een helder roodbruine bovenzijde, witte flanken, een witte borst met zwarte streepjes en een zwarte buik. Het winterkleed is vrij saai zonder duidelijke kenmerken, met egaal bruingrijze bovendelen en een witte onderzijde. Jonge vogels hebben een gemberbruine kop en zijhals en zwarte vlekken op de flanken. De Bonte Strandloper heeft een aparte manier van voedsel zoeken; hij steekt zijn snavel snel en vaak in het zand als bij een naaimachine en laat zo een duidelijk spoor van gaatjes achter. Zo vinden ze voedsel op de tast. Als hij iets te eten heeft gevonden in het natte zand, slikt hij het onmiddellijk door en gaat direct weer verder met voedsel zoeken. Ze eten voornamelijk weekdieren, vliegen, slakjes, schaaldieren en wormen. De kuikens in de broedgebieden eten voornamelijk larven van dansmuggen, de ouders eten dan ook veel langpootmuggen.