Grote mantelmeeuw

De grote mantelmeeuw is een voorkomende broedvogel. Dit echter nog in kleine aantallen. Met zijn lengte van een kleine 80 cm en spanwijdte van ongeveer 160 cm is de grote mantelmeeuw de grootste meeuw ter wereld. Hij lijkt wel op de kleine mantelmeeuw, maar is beduidend groter. De grote mantelmeeuw is niet kieskeurig en eet bijna alles wat dierlijk is. Dit zowel levend als in aasvorm. De grote mantelmeeuw heeft een wit verenkleed waarbij de rug en de bovenzijde van de vleugels donkergrijs van kleur zijn. Ze hebben een gele snavel die is voorzien van een rode vlek nabij de snavelpunt. De poten van de grote mantelmeeuw zijn roze van kleur. Dit is ook een onderscheidend kenmerk ten opzichte van de kleine mantelmeeuw, want die heeft gele poten. Mannetjes en vrouwtjes hebben hetzelfde uiterlijk.

Grote mantelmeeuwen laten een verschil zien tussen het zomerkleed en het winterkleed. Het uiterlijk van het mannetje en het vrouwtje is gelijk. Ze hebben pas na vier jaar het volwassen kleed, de jonge vogels zijn bruin. Ze broeden op rotsige kusten of op eilandjes in meren, meestal solitair, maar soms in kleine kolonies, samen met de Kleine Mantelmeeuw. Ze stapelen een hoop zeewier en ander aanspoelsel op voor een groot nest. Hierin worden twee tot drie eieren gelegd. Het nest ligt vaak hoog. De broedduur bedraagt vier weken en na acht weken zorg van beide ouders, zijn de kuikens zelfstandig.