Kleine mantelmeeuw

De kleine mantelmeeuw heeft een relatief klein formaat in vergelijking met andere meeuwen, of zijn grote broer de grote mantelmeeuw, met een lengte van zo'n 40 tot 45 cm en een spanwijdte van 1 meter. De volwassen vogel heeft een grijze mantel (vandaar de naam "mantelmeeuw"), witte onderzijde en een gele snavel met een zwarte vlek aan de punt. In de winter heeft de kleine mantelmeeuw een minder opvallend verenkleed, met een bruinig-witte kleur op de borst en kop.
Deze meeuw komt voor in een breed scala aan omgevingen, van kustgebieden tot binnenwateren, zoals meren en rivieren. Je kunt de kleine mantelmeeuw vinden langs de Europese kust, maar ook in Noord-Afrika, Oost-Azië en Noord-Amerika. In België komt de vogel veel voor langs de kust en in de buurt van visserijhavens, maar ook in het binnenland, vooral in de wintermaanden.
Kleine mantelmeeuwen zijn alleseters, wat betekent dat ze een gevarieerd dieet hebben. Ze eten vis, ongewervelden, afval en zelfs etensresten die ze van mensen kunnen krijgen. Ze zijn vaak te zien in stedelijke gebieden of op vuilnisbelten waar ze voedsel kunnen vinden.
Deze meeuw is vaak te vinden in groepen, vooral tijdens het trekken of het zoeken naar voedsel. Ze kunnen zowel solitair als in grote kolonies leven, afhankelijk van de omgeving en het seizoen. In de broedtijd vormen ze vaak kleinere kolonies op eilanden of langs kusten. Het is een gedeeltelijke trekker. Veel populaties trekken naar het zuiden voor de winter, bijvoorbeeld naar de Middellandse Zee, Noord-Afrika of het zuiden van Europa. In de zomer komen ze terug naar noordelijkere gebieden om te broeden.
Kleine mantelmeeuwen broeden vaak in kolonies, waar ze hun nesten bouwen op de grond of in lage struiken. Ze leggen meestal drie eieren, die door beide ouders worden bebroed. De jongen worden goed verzorgd door beide ouders totdat ze kunnen vliegen en hun zelfstandigheid bereiken.
Het geluid van de kleine mantelmeeuw is een kenmerkend, schril en luid "kee-kee-kee" of een "kree-kree-kree" geluid. Dit is vaak te horen wanneer ze in groepen vliegen of voedsel zoeken.