Zilverplevier
De Zilverplevier is een vrij grote en stevige plevier, die de grote van een merel heeft. De bovenkant is in winterkleed gespikkeld bruingrijs, bedekt met vage grijze vlekken. De zwarte okselvlekken zijn in de vlucht onmiskenbaar. Poten en snavel zijn zwart.
In hun zomerkleed is deze plevier een ware gedaanteverandering ondergaan. Dan is de bovenzijde meer geaccentueerd en valt de pikzwarte voorzijde, buik en flanken op. Jammer genoeg is de Zilverplevier bij ons vrijwel uitsluitend in winterkleed te zien, maar in augustus (als ze hier komen overwinteren) heb je veel kans om ze in hun zomerkleed te zien ( foto hierboven).
Ze broeden in de hoog arctische toendra van Rusland. Deze broedperiode is maar kort, alleen juni en juli zijn daarvoor geschikt, daarna trekken ze weer naar West-Europa om te ruien en vervolgens, mede afhankelijk van ons winterweer, door te trekken naar de kusten van West Afrika, tot in Zuid-Afrika aan toe. Vanaf maart zijn ze hier weer te zien, dan zijn ze onderweg om weer terug te gaan naar hun broedgebieden. De vogels hebben nog ruim 4.000 kilometer voor de boeg eer ze hun broedplaats zullen bereiken. Vroeger dan juni moeten ze daar niet aankomen, want dan pas komt de toendra tevoorschijn van onder sneeuw en ijs.