Zwarte stern
De geschiedenis van de zwarte stern in België vertelt een verhaal van afname en bedreiging. Rond 1900 waren er nog 10.000 tot 20.000 paren die broedden in het laagveen, langs grote rivieren en op vennetjes van zandgronden. In 1975 was dit aantal gedaald tot twee- tot drieduizend nesten, en sinds 1984 broeden ze niet meer in België.
De zwarte stern staat dan ook op de lijst als een bedreigde soort.
Deze bijzondere vogel heeft zeer specifieke eisen voor zijn leefomgeving. Hij heeft schoon water nodig, geschikte broedplekken, rust, overvloedige insecten en jonge vis als voedselbron. Het verdwijnen van drijvende waterplanten, zoals krabbenscheer, heeft zijn geliefde nestplaatsen doen verdwijnen. Gelukkig gaat het nu, door jarenlang beschermingswerk, beter met de zwarte stern.
De beste tijd om de zwarte stern te spotten is in mei, juni en juli, wanneer ze in België zijn voor hun doortrek. Ze beginnen hun trek naar vanaf half april, en vliegen in augustus weer terug naar Afrika om te overwinteren. Zwarte sterns hebben één legsel per jaar van twee tot drie eieren, met een broedduur van ongeveer twintig dagen.
Let op: tijdens de broedtijd zijn ze erg kwetsbaar. Verstoring van deze vogels heeft grote gevolgen. Er zijn recente voorbeelden bekend waarbij alle jongen van de kolonie dood zijn gegaan doordat de kolonie eenmaal werd betreden tijdens het broedseizoen. Als de jongen worden opgeschrikt, vluchten ze van het nest af, dat maakt ze kwetsbaar voor onderkoeling en predatie. Vervolgens kunnen ze het ouderlijk nest niet op tijd terug vinden, met alle gevolgen van dien.
Deze foto's zijn genomen in September, je ziet de Zwarte stern dan ook in winterkleed