Brilduiker
Wat bij de Brilduiker vooral opvalt is zijn ovale kop en de witte vlek onder de knalgele ogen bij het mannetje. Aan die ‘bril’ heeft deze soort zijn naam te danken. Verder is het mannetje zwart-wit van kleed met een groen-zwarte kop (hangt af van het lichtinval). Het vrouwtje is wat meer grijsbruin en heeft een donkerbruine kop. In de vlucht vallen de vrij vierkante vleugelschilden bij beide op; die vlucht wordt gekenmerkt door een hoge slagfrequentie vanwege de kleine vleugels.
Brilduikers zoeken hun voedsel vooral onder water. Ze eten hoofdzakelijk kreeftachtigen, insecten en weekdieren. In de broedtijd is het hoofdbestanddeel insecten en larven.
Het broedgebied van Brilduikers ligt in de naaldhoutgebieden van de Scandinavische landen en het noorden van Rusland. De Brilduiker is een holenbroeder, natuurlijke holtes of oude nesten van de Zwarte Specht hebben de voorkeur, maar soms wordt een konijnenhol gebruikt. Het baltsgedrag van de woerd is boeiend en vrij uitgebreid. Het mannetje zwemt om het vouwtje heen en steekt daarbij kop en staart recht omhoog. Ook buigt hij zijn kop achterover tot op de rug, met de snavel recht omhoog.
Dit is een typische kenmerkende baltshouding van het mannetje. Eénmaal de eieren gelegd zijn houdt het mannetje het gauw voor gezien, het vrouwtje broedt alleen en het mannetje knijpt er al na een paar weken tussen uit. De jonge eenden verlaten het nest na een dag drie, ze blijven bij de moeder.
Deze foto's zijn genomen op 15 februari 2025 in de put van Roksem (west-vlaanderen).