Waterpieper
De waterpieper is een slanke, grijzige zangvogel die vooral opvalt door zijn ingetogen kleuren en zijn rustige maar trefzekere manier van foerageren, terwijl hij door vochtige valleien, moerassen en bergweiden trekt waar hij zijn voedsel zoekt tussen lage vegetatie en open, drassige bodem. Hij heeft een fijn getekende borst, een zachte roze zweem in het voorjaar en een duidelijke wenkbrauwstreep, wat hem een elegant maar bescheiden voorkomen geeft dat vaak alleen door aandachtige vogelaars wordt opgemerkt. De soort broedt in de Alpen, de Karpaten en andere Europese hooggebergtes, waar hij tijdens de zomermaanden leeft op natte graslanden, steile hellingen en open plekken langs bergstromen; zodra de herfst inzet, trekt hij naar lagere gebieden en duikt hij in België op in slikken, schorren en vochtige kustgebieden. Tijdens deze trekperiode kan je hem vrij rustig benaderen, want hij toont weinig schuw gedrag wanneer hij geconcentreerd insecten en kleine ongewervelden uit de modder pikt. De herkenning van de waterpieper berust vaak op subtiele kenmerken, zoals de koelgrijze rug, de fijn gestreepte borst en de lichtbruine pootkleur die samen een samenhangend maar niet opvallend beeld vormen, terwijl zijn zachte roep — een helder, melancholisch “tsip” — hem soms sneller verraad dan zijn uiterlijk. In de winter krijgt hij een nog bleker, grijziger kleed, wat hem onderscheidt van de oeverpieper, die donkerder en contrastrijker oogt en vaker langs rotskusten te vinden is.




