Zomertaling
De zomertaling is een vrij kleine eend, met een lengte van zo’n 38 tot 43 cm. Het mannetje heeft een opvallend mooi verenkleed met een goed herkenbare witte oogstreep. De vrouwtjes zijn meer bruin en minder opvallend, maar ook mooi in hun eenvoud. De zomertaling is een broedvogel in de moerassen en langs meren met rietvelden, vijvers en andere waterrijke gebieden. Ze worden vooral aangetroffen in Zuid- en Oost-Europa, ook bij ons in België, vooral in de zomermaanden. Zomertalingen zijn migrerende vogels. Ze trekken in de herfst naar warmer gebieden, zoals Afrika, om de winter door te brengen. In de lente keren ze terug naar Europa om te broeden. Ze eten voornamelijk plantaardig materiaal zoals gras, waterplanten, zaden en graszaden. Ze kunnen ook kleine ongewervelden zoals insecten eten, vooral als ze jong zijn, een nadeel is dat ze vrij schuw zijn, en niet dicht bij mensen komen. Ze maken een zacht, melodisch geluid, ze bouwen hun nest meestal in dicht riet of gras, dicht bij water. Het vrouwtje legt een aantal eieren die ze warm houdt totdat ze uitkomen. De jongen zijn nestvlieders, wat betekent dat ze snel na het uitkomen het nest kunnen verlaten en naar het water kunnen zwemmen. De zomertaling staat op de lijst van beschermde vogelsoorten in veel landen, omdat hun leefgebieden kwetsbaar kunnen zijn door menselijke activiteiten en veranderingen in het milieu.