Zwarte ibis

De zwarte ibis leeft meestal in de buurt van water.  In België is het een zeldzame verschijning, die wel steeds vaker gezien wordt. In de nacht zoeken deze vogels een hoge boom op om in te slapen. Dit wordt ook wel ‘roesten’ genoemd. Met hun kromme snavel zoeken de ibissen op de bodem van het water naar voedsel. Ibissen zijn niet zo kieskeurig: deze vogels eten alles op wat in hun snavel past. De naam zwarte ibis is eigenlijk niet zo goed gekozen. Tijdens het broedseizoen hebben zij een roodbruin verenkleed met glanzend groene vleugels. De rest van het jaar zijn zij iets doffer van kleur, waardoor het van een afstand een zwarte kleur weerspiegeld. Een vrouwtje legt twee tot vier groenblauwe eieren. Die eitjes komen na drie weken broeden uit. Beide ouders broeden op de eieren en voeren de kuikens. Na ongeveer een maand verlaten de jonge zwarte ibissen het nest. De kromme snavel gebruiken ze tijdens het jagen. Ze vinden hun voedsel namelijk op de tast, door tijdens het lopen met de snavel in de modder te prikken. Soms zwaaien ze met hun snavel door het water. Gelukkig zitten hun neusgaten hoog aan de snavelbasis zodat zij nog wel adem kunne halen terwijl zij met hun snavel door de modder gaan.