De havik is een grote roofvogel, te herkennen aan de afgeronde vleugels en een lange staart. De rug van de havik is bruingrijs van kleur en de onderkant wit met dunne strepen. Ze hebben hierdoor wel iets weg van de sperwer, maar is toch een stuk forser gebouwd. De havik heeft boven de ogen een witte wenkbrauwstreep. De poten zijn lang en geel van kleur. Hun ogen zijn oranje tot rood. Bijzonder aan de havik is dat vrouwtjes met 58-64 cm beduidend groter zijn dan de 49-56 cm van de mannetjes. Voor de beeldvorming: het vrouwtje heeft ongeveer de grootte van een buizerd, het mannetje wordt maar iets groter dan een kraai. De juveniele exemplaren zijn bruin van boven en verticaal gestreept van onder, ook de ogen zijn nog geel.

Doordat de vrouwtjes een stuk groter zijn, vangen zij ook een ander formaat prooi dan de mannetjes. Soms zijn zelfs andere roofvogels, zoals sperwers en ransuilen niet veilig voor de havik. Maar over het algemeen vangen haviken diersoorten die in hun leefomgeving veel voorkomen zoals duiven, kraaien, lijsters, vlaamse gaaien, konijnen en eekhoorns. Je kunt haviken het hele jaar door in dezelfde omgeving vinden. De Havik is namelijk een standvogel en verlaat zijn territorium niet.

meer...