Een paar weken geleden zijn we uitgenodigd door Landschap VZW om onder begeleiding de Oehoe te bezoeken, waarbij we vanaf een veilige afstand de kuikens konden bewonderen. Groot is deze roofvogel, de oehoe, zeker. De vleugelspanwijdte van de mannetjes is rond de 1,50 meter, vrouwtjes daarentegen kunnen een spanwijdte tot wel 2 meter groot hebben. De oehoe dankt zijn naam aan zijn roep, ‘OEHOE’.
Ze worden ongeveer 60-70 cm groot, waarbij de vrouwtjes vaak iets groter zijn dan de mannetjes.
Oehoes jagen op alle dieren die ze maar te pakken kunnen krijgen. Dit zijn niet alleen kleine muisjes of ratten, maar voornamelijk konijnen, hazen, vossen, kraaien, en kleinere roofvogels zoals de blauwe kiekendief die de moeder aan haar kuikens voedert.
De oehoe jaagt met behulp van zijn uitstekend scherp zicht. Zijn ogen zijn erg groot, zodat er veel licht naar binnen kan vallen. De ogen liggen bewegingsloos in hun kassen, waardoor de oehoe zijn kop moet bewegen om opzij of helemaal achterom te kijken, ook heeft een oehoe een erg goed gehoor. De oren van een oehoe zijn niet de pluimpjes op zijn kop, wat vaak gedacht wordt. De oren bevinden zich, zoals bij meerdere uilensoorten, aan de zijkant van zijn kop. Dit gehoor gebruikt een oehoe om in de schemerlicht zijn prooi te kunnen lokaliseren.
#NikonD850 #Tamron150-600 #Meersen