De Velduil leeft in grote, open, ruige gebieden met open plekken zoals duinen, heidevelden, kapvlakten, grote moerasgebieden, hoogvenen en opspuitterreinen. Er is altijd een opvallend contrast tussen de zwaar gestreepte bovenborst en de licht of ongestreepte benedenborst. De vleugels en staart zijn grof gebandeerd. De vleugels hebben een zwarte boven-en ondervleugeltip en een opvallende zwarte polsvlek. Een sluitend kenmerk is de lichte achterrand van de vleugel. De vleugelspanwijdte bedraagt ongeveer een meter. De Velduil zit bijna altijd op de grond, in of tegen middelhoge begroeiing, soms op weidepaaltjes. Het nest wordt gemaakt op de grond.Tijdens het jagen vliegen de uilen op geringe hoogte boven de grond op zoek naar een prooi. In de broedtijd zijn Velduilen zowel overdag als 's nachts actief. Buiten de broedtijd jagen ze vooral tijdens de avondschemering. Meestal hebben ze een welbepaalde route die ze meermaals afvliegen. Soms hangen ze ook te 'bidden'. Er wordt gejaagd op kleine zoogdieren als veld- en woelmuizen en kleine vogels. Ze jagen laag vliegend boven hun territorium speurend naar prooi. Velduilen komen derhalve voor in gebieden rijk aan prooidieren. In Vlaanderen zijn dit moerassen, vochtige weiden en duinen. In de winter wordt de Velduil vooral aangetroffen in uitgestrekte kustgebieden, in poldergraslanden en op schaars begroeide opspuitterreinen.
#nikond850 ##sigma500mm #uitkerksepolder